In deze handleiding leer je hoe je zelf een ethernetkabel (UTP) op professionele wijze samenstelt. Stap voor stap behandelen we het strippen van de kabel, het correct rangschikken van de aders volgens de TIA/EIA-568B-standaard, en het krimpen van RJ45-connectors. Ideaal voor wie zelf netwerkbekabeling wil aanleggen of bestaande kabels op maat wil maken.
Wat heb je nodig?
1. UTP-kabel (Cat5E, Cat6A of hoger) – Voor thuisgebruik is Cat5E meestal voldoende, maar Cat6A of hoger is beter voor hogere snelheden.
2. RJ45 Pass Through connectors (8P8C stekkers) – Deze worden aan het uiteinde van de kabel geklemd.
3. Krimptang (crimp tool) – Hiermee klem je de RJ45-connector op de kabel.
4. Kabelstripper – Om de buitenmantel van de kabel te strippen.
5. Netwerktester (optioneel, maar aanbevolen) – Om te controleren of de kabel goed werkt.
6. Kabelschoentjes (optioneel, maar handig) – Deze beschermen het kabelclipje, zodat het minder snel afbreekt bij veelvuldig gebruik.
Stappenplan
1. Knip de kabels op maat
Meet de gewenste lengte van de kabel en knip deze af met een kabelknipper of schaar. Laat aan beide uiteinden enkele centimeters extra.
2. Buitenmantel en eventuele afscherming verwijderen
Gebruik de kabelstripper om ongeveer 2,5 cm van de buitenmantel aan beide uiteinden van de kabel te verwijderen. Wees voorzichtig om de binnenste aders niet te beschadigen.
3. Aders ontwarren en ordenen
Ontwar de vier getwiste aderparen en leg de acht aders plat naast elkaar in de juiste volgorde volgens de TIA/EIA-568B standaard:
4. Aders op gelijke lengte knippen
Knip de aders recht af zodat ze allemaal even lang zijn en ongeveer 1,5 cm uitsteken. Dit zorgt voor een goede aansluiting in de connector.
5. Aders in de RJ45-connector steken
Houd de RJ45-connector met de clip naar beneden gericht en schuif de aders voorzichtig in de connector. Zorg ervoor dat elke ader in het juiste kanaal zit en dat ze uit de stekker steken.
6. Controleer of de aders nog de goede pinout hebben:
7. Connector krimpen
Plaats de connector met de kabel in de krimptang en druk stevig aan. De metalen pinnen in de connector zullen de aders doorboren en een stevige verbinding maken. De uitsteek aders worden hierdoor ook afgeknipt.
8. Herhaal voor het andere uiteinde
Voor een straight-through kabel (standaard netwerkkabel) herhaal je dezelfde stappen aan het andere uiteinde met dezelfde aderconfiguratie (TIA/EIA-568B).
9. Kabel testen
Gebruik een netwerktester om te controleren of alle verbindingen correct zijn en of de kabel goed functioneert. Dit helpt om eventuele fouten vroegtijdig op te sporen. Het patroon dat de tester moet laten zien voor een goede kabel is:
1 → 2 → 3 → 4 → 5 → 6 → 7 → 8
Snap je iets niet, of wil je visuele uitleg? Bekijk dan deze video.
We gebruiken Google Analytics om ervoor te zorgen dat onze site zo soepel mogelijk draait. Als je doorgaat met het gebruiken van deze site, gaan we ervan uit dat je ermee instemt.OK